Oogmeting bij kinderen

Oogmeting bij kinderen, wie mag dat doen?

Voor de oogmeting van kinderen tot 12 jaar wordt er een onderzoek gepland bij de orthoptist. Gezien de kinderogen nog sterk accomoderen is het advies om kinderogen altijd te laten beoordelen door een orthoptist.

Indien er geen sprake is van oog-samenwerkingsproblemen zou vanaf 10 jaar eventueel terecht kunnen bij de optometrist.  Vanaf 12 jaar mag je ook door de opticien gemeten worden. 

Als er klachten zijn zoals dubbelzien of de ogen lijken niet goed samen te werken, wordt via een orthoptisch onderzoek gekeken wat er precies aan de hand is en of er iets aan gedaan kan worden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de orthoptist. 

Hoe werkt het?

Het orthoptisch onderzoek is een onderzoek waarbij de ogen worden gedruppeld om een nauwkeurige meting te kunnen uitvoeren. Over het algemeen verdragen de kinderen dit goed en gaat dit dan ook probleemloos.

Welke brilsterktes zijn er?

De meest voorkomende afwijkingen zijn bijziendheid, verziendheid en cilindrische afwijkingen. Onderstaand lichten we deze kort toe en leggen we uit hoe dit technisch in elkaar zit. 

Bijziendheid (minsterkte)

Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang is dan worden de binnenvallende stralen te sterk gebroken. De lichtstralen vallen dan samen op een punt dat vóór het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld, dit noemen wij bijziendheid (myopie).

Bijziendheid is te corrigeren met minglazen. Bij kinderen zien we vaak dat bijziendheid ontstaat rond het 5e tot 6e levensjaar. Vaak zien we gedurende de puberteit een toename van de bijziendheid gezien de groei van een kind en stabiliseert de bijziendheid rond het 20e levensjaar.

Sterk toenemende myopie bij kinderen kan invloed hebben op de ooggezondheid op latere leeftijd. Het is belangrijk om hier aandacht voor te hebben. Lees meer hierover.

Verziendheid (plussterkte)

Wanneer het hoornvlies te vlak is of het oog te kort dan worden de binnenvallende stralen niet sterk genoeg gebroken. De lichtstralen vallen dan samen op een punt dat áchter het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld, dit noemen wij verziendheid (hypermetropie). 

Een baby heeft meestal plusogen. Door de groei van het oog trekt deze verziendheid meestal vanzelf weg. Wanneer dit niet het geval is moet dit gecorrigeerd worden met plusglazen.

Soms wordt verziendheid pas later ontdekt. Doordat kinderen een zeer soepele ooglens hebben, kunnen ze deze afwijking vaak zelf corrigeren, de ooglens maakt zich dan onbewust boller. Dit kost veel inspanning, waardoor het kan zijn dat het kind in de loop van de dag hoofdpijn krijgt. Daarbij kan er een lui oog ontstaan of kan er scheelzien worden ontwikkeld.

Cilinder afwijkingen bij kinderen

De vorm van de buitenkant van het oog is erg belangrijk om scherp te kunnen zien. Het voorste gedeelte van het oog, het hoornvlies, heeft bij een normaal oog de vorm van een voetbal. De breking van het licht is dan in alle richtingen gelijk. Wanneer de vorm in een bepaalde richting ervoor zorgt dat de ronde vorm meer begint te lijken op een rugbybal noemen wij dit een cilindrische afwijking of astigmatisme. 

Je kunt dit orthoptisch onderzoek bij ons inplannen. Er zijn slechts enkele zorgverzekeraars die eerstelijns orthoptie vergoeden in de aanvullende verzekering. Informeer hiervoor bij jouw zorgverzekeraar.  Maak een afspraak via oogzorg.jochem@oogwereld.nl of bel ons op 038-421 5817.